Gods huis in de psalmen
David zingt het in diverse psalmen:
Telkens opnieuw zet hij het zijn bij God tegenover het zijn bij de wereld, zijn vijanden, zijn zonden.
Wat is volgens de psalmdichter goed om te doen in het huis van God?
daarop heeft hij verschillende antwoorden:
Psalm 135:1
Prijs de Naam van de Heere! U die staat in het huis van de Heere.
Psalm 132:
We zullen in Zijn woning ons neerbuigen voor Zijn voeten.
Psalm 32:
Zonden belijden voor Zijn aangezicht.
David belijdt voor God zijn zonden. Hij verteld dat hij door de zonden, van alle vreugde beroofd is. Hij was uitgedroogd, Gods hand was zwaar op hem (vers 4).
Maar hij heeft de vergeving van zijn zonden ervaren en dat geeft hem blijdschap. Hij zingt: Verblijdt u in de Heere!
Gaan wij met blijdschap naar Gods huis? Zoeken we daar zijn aangezicht?
Gaan we om Hem daar te ontmoeten?
God wilde een tabernakel. Een woonplaats onder de mensen. Hij gaf er opdracht voor aan Mozes. Later is de tempel gebouwd.
Er zit een lijn in de geschiedenis van het paradijs, waar God sprak met Adam,
Henoch die wandelde met God, de tabernakel, de tempel, tot nu toe
De volgende blogs gaan er ook nog over.
Hoe lief heb ik Uw huis!
.
.
Hij verlangt er naar om bij God te zijn en dat verwoord hij op allerlei manieren.
‘Dan zal ik U loven in de grote gemeente, onder machtig veel volk zal ik U prijzen.’
Psalm 35:18 HSV
‘Want één dag in Uw voorhoven is beter dan duizend elders; ik verkoos liever te staan op de drempel van het huis van mijn God dan lang te wonen in de tenten van de goddeloosheid.’
Psalm 84:11 HSV
Telkens opnieuw zet hij het zijn bij God tegenover het zijn bij de wereld, zijn vijanden, zijn zonden.
Hij zoekt God in Zijn huis.
Hij zegt het:
‘HEERE, ik heb lief het huis waar U woont en de tabernakel, de woonplaats van Uw eer.’
Psalm 26:8 HSV
Psalm 26:8 HSV
Wat is volgens de psalmdichter goed om te doen in het huis van God?
Psalm 135:1
Prijs de Naam van de Heere! U die staat in het huis van de Heere.
Psalm 132:
We zullen in Zijn woning ons neerbuigen voor Zijn voeten.
Psalm 32:
Zonden belijden voor Zijn aangezicht.
David belijdt voor God zijn zonden. Hij verteld dat hij door de zonden, van alle vreugde beroofd is. Hij was uitgedroogd, Gods hand was zwaar op hem (vers 4).
Maar hij heeft de vergeving van zijn zonden ervaren en dat geeft hem blijdschap. Hij zingt: Verblijdt u in de Heere!
Gaan wij met blijdschap naar Gods huis? Zoeken we daar zijn aangezicht?
Gaan we om Hem daar te ontmoeten?
God wilde een tabernakel. Een woonplaats onder de mensen. Hij gaf er opdracht voor aan Mozes. Later is de tempel gebouwd.
Er zit een lijn in de geschiedenis van het paradijs, waar God sprak met Adam,
Henoch die wandelde met God, de tabernakel, de tempel, tot nu toe
De volgende blogs gaan er ook nog over.
Ik ben benieuwd naar je volgende blogs. Dank je wel voor deze.
BeantwoordenVerwijderen