Psalm 62


  1. Een psalm van David, voor den opperzangmeester, over Jeduthun. (62:2) Immers is mijn ziel stil tot God; van Hem is mijn heil.

  2. (62:3) Immers is Hij mijn Rotssteen en mijn Heil, mijn Hoog Vertrek, ik zal niet grotelijks wankelen (statenvertaling)


    De jongerenbijbel zegt het zo:

    2Alleen bij God vindt mijn ziel haar rust,
    van hem komt mijn redding.
    3Hij alleen is mijn rots en mijn redding,
    mijn burcht, nooit zal ik wankelen.


    In het hebreeuws staat hier de naam Elohim.
    Deze naam wordt ook gebruikt in het scheppingsverhaal. Het laat de grote macht zien van God.
    David gaat die kracht uitwerken: Hij is mijn rots.
    Hoe onwankelbaar is een rots! David voelt zich dan ook heel stevig staan. Gegrond op deze God, zijn Burcht. En zijn Redder!

    Zo mooi dat God zoveel is.
    Hij is: Ik ben...
    Dat is mooi, dat is alles. 
    Hij schiep iets uit niets
    Hij schenkt onverdiend. 
    Wat een grote God, we kunnen Hem nooit genoeg eren en prijzen.
    Wat bijzonder dat deze God, die ons en de hele wereld in Zijn hand houdt, zich bekend wil maken.
    Op zoveel manieren en zo visueel. En dan nog kennen we Hem ten dele.
    Er is een eeuwigheid nodig om Hem te leren kennen, wat zal dat heerlijk zijn!

    Veilig bij deze Rots, die ook Vader is. 



Reacties

Populaire posts